Piekeren is vaak een teken én een bron van stress – en houdt zichzelf zo in stand. Wat ik net geleerd heb (dankzij deze interessante uitzending van de Universiteit van Vlaanderen) is dat piekeren ook een positieve kant heeft.
Jaja, piekeren heeft een positieve oorsprong. Eigenlijk is piekeren nadenken over wat je hebt meegemaakt en over de negatieve emoties die daaruit voorkomen. Zelfreflectie dus, zodat je die onaangename situaties in de toekomst kan vermijden. Klinkt als een goed idee!
Maar… Teveel is natuurlijk niet goed. En er is een verschil tussen “goed” en “slecht” piekeren. Dat inzicht kan al helpen om zelf iets te veranderen – hier start de snelcursus EHBP:
- Concreet piekeren versus abstract. “Hoe is dit kunnen mislopen?” is nuttiger dan “Waarom loopt bij mij altijd alles verkeerd?” Bij de eerste gedachte heb je meer kans dat je concrete lessen trekt voor de toekomst.
- Gedifferentieerde emoties versus algemene. “Ik voel me schuldig en heb spijt” werkt beter dan “Ik voel me rotslecht”. Des te specifieker de emoties, des te makkelijker ze hun plaats vinden zodat je verder kan.
- In de derde persoon versus eerste persoon. De situatie bekijken “zoals een vlieg aan de muur”, vanop een afstand, werkt beter om eruit te leren. Als je helemaal vanuit jezelf terugdenkt aan de situatie (eerste persoon) dan zijn de emoties vaak te heftig.
De goeie raad van de professor is dus: stuur je piekeren naar een concrete situatie, onderzoek je emoties meer in detail en bekijk de dingen vanop een afstand. Da’s niet makkelijk als je altijd “anders” gepiekerd hebt, dus het is geen schande om je daarbij te laten begeleiden. Een psycholoog of een coach kan daarbij helpen. Is je werk de grote boosdoener dan kan je ook via loopbaanbegeleiding aan de slag.
Want de professor bevestigt (en ik merk het bij mijn klanten): je kan je piekergewoontes echt wel kan veranderen. Bekijk de aflevering zeker zelf!